Goudlokje

Fiep Berghuis

Hallo, mijn naam is Sien

Mijn ouders noemden me altijd Goudlokje, vanwege mijn kleur haar.

Elke dag open ik al vroeg mijn winkel, elke dag help ik mensen bij hun keuze.

Oorlog is een straat in puin, vrede is er voor elkaar zijn.

In mijn hart voel ik me zeker, in mijn buik voel ik me boos.

Ik doe mee aan de staking, vrede is niet alleen zijn, maar er voor elkaar zijn.

Tina

Linda Bosman

Bange mensen, dat is oorlog,
fluitende vogels, dat is vrede.

Ik ben Tina,
veel mensen noemen me, Eigenwijsje

Elke dag ga ik naar school,
mijn beste vakken zijn, gym en rekenen.

Vandaag ga ik niet naar school,
de boosheid bonst in mijn hart,
mijn hoofd klopt van de zenuwen.

Ik staak voor mijn beste vriendin,
mijn beste vriendin die joods is.

Moeder en Kind

Dieuwertje Coenen

de moeder: tranen, oorlogen zijn tranen.het kind: ramen, vredes zijn ramen.de moeder: ik heet Sarah.het kind: en ik ben Laila.de moeder: mijn vrienden noemen me Saar.het kind: mijn oma noemt me Sproetje.de moeder: ik ben drogist in een klein winkeltje.het kind: en ik zit op school.de moeder: de rillingen lopen over mijn rug.het kind: ik voel nieuwsgierige blikken.de moeder: ik zie allemaal stakende mensen.het kind: hoe loopt dat af?.de moeder: tranen, duizenden tranen.het kind: ramen, hoge ramen met licht.

Rikkie

Flynn van Beek

Oorlog is mensen doden, vrede is mensen blij maken.

Ik heet Rik, mijn moeder noemde me vroeger Rikkie.

Ik werk in een fabriek, daar maak ik speelgoed.

Mijn armen zijn krachtig, mijn armen zijn moedig.

Ik staak met mijn vrienden.

Oorlog is heel veel mensen doden, vrede is een kleine tijger.

Moedige Marie

Lieve van Bennekom

Hallo, ik ben Marie, ik word ook Moedige Marie genoemd.

Ik werk als huisvrouw, altijd kinderen om me heen.

Mijn hart voelt vastberaden, in mijn buik zit angst.

Ik sta bij de stakers op het plein, mijn hart voelt vastberaden.

Vrede is dat je nooit, hoeft te vluchten.

Dat je samen kan zijn, ook in moeilijke tijden.

Een koude oorlogsnacht

Shira Zuidhof

Een koude oorlogsnacht.
De kille nacht wacht tot de zon hem komt aflossen.
Familie Brijde heeft het maar koud.
Keesje zegt: ”Dag moeder, ik ben zo terug.”

Hij ging zijn moeder helpen.
Hij ging kooltjes halen.
In de kille nacht.
De nacht keek hem na en dacht:
”Doe dit niet, je gaat eraan.”

Hij deed het wel.
Hij ging kolen halen.
Daar aangekomen
Zag hij helemaal niets.

Hij ging de kooltjes halen.
Hij kwam terecht in een schietpartij.
Hij werd in het hoofd geschoten.
Hij kwam nooit meer terug van zijn dappere daad.

Thuis zat z’n moeder te wachten.
Maar hij kwam niet terug.

Vlinder met vleugels vol vrede

Fenna de Groot

Mensen sterven, mensen huilen
en iedereen wil ergens schuilen.

Want de kraai strooit met oorlog over het land
en dat heeft niemand nee niemand in de hand.

Mensen lijden honger en iedereen moet huilen
en de Joden moeten zelfs stiekem ergens schuilen.

Maar ook al strooit de kraai met oorlog over het land.
De vlinder geeft je vrede in je hand.

Dus onthoud goed:
de vlinder vliegt de vrede tegemoet.

Onverwacht

Inez Vervuurt

Keesje Brijde ging kooltjes halen om het kacheltje te laten roken

Vroeg ging hij naar buiten op zijn schoenen een end lopen

Hij zag de kooltjes verderop, hij pakte er een paar

Onverwacht werd hij neergeschoten

Een gedicht

Tessa Neuhaus

ik weet nog zo goed hoe het begon,
ik wist toen nog niet dat de oorlog zoveel kwaad kon,
ik heb mijn kolen geraapt om te blijven leven,
helaas heb ik die oorlog verloren,
ik was me van geen kwaad bewust,
ik maakte mijn moeder ongerust,
ze kwam zo snel mogelijk naar mij toe,
maar het was te laat voor mijn leven,
door jullie ben ik een echte held,
ik heb geleefd in al dat geweld,
door jullie dwalen mijn verhalen rond,
over toen ik nog wel bestond,
elk jaar maken jullie een gedicht voor of over mij,
en dat maakt mijn geest heel blij,
als er één ding is dat mij nog blijer maakt
is dat, dat er nooit meer een kindje de oorlog meemaakt.