Lief dagboek
Het is nu al vijf weken geleden dat de Duitsers een deel van Nederland in beslag hebben genomen, en er verandert veel.
De Duitsers hebben strenge regels gemaakt en dagelijks worden er Joden opgepakt. Mijn familie en ik zitten ondergedoken bij de winkel van een goede vriend van m´n vader. We zitten nu al drie-en-een-halve week ondergedoken. Elke dag hetzelfde koken, hetzelfde spel spelen en elke dag hetzelfde, maar de spanning verschilt vaak.
Aan de overkant zaten twee families ondergedoken bij de bakkerij, maar de Duitse soldaten kwamen erachter en executeerden de bakker. De twee families werden afgevoerd en voordat ik het wist waren ze weg.
Wij hadden ook een klein radiootje waardoor we naar de Nederlandse verzetszender konden luisteren, en ze zeiden: “Het Duitse leger neemt steeds meer land in, Nederland is al bijna helemaal bezet, houd stand wees voorzichtig, God zij met u en me…” Toen kwam moeder binnen. “Snel, doe die radio weg, er zijn Duitse soldaten in de winkel.” Ik verstopte mij onder de dekens in de hoek en was doodsbang, mijn vader en moeder verstopten zich boven.
De Duitse soldaten trapten de deur open en liepen de trap op. Het was stil… En toen hoorde ik een gil van mijn moeder en mijn vader schreeuwen. Ze werden meegenomen door de soldaten en mij… Mij vonden ze niet. Toen de Duitse soldaten weg waren keek ik uit het raam, en daar zag ik mijn moeder en vader naast elkaar op hun knieën zitten met hun handen op hun hoofd.
Mijn moeder keek naar mij en ik zag de angst in haar ogen en ze keek me aan met een glimlach. De Duitse soldaten richtten hun geweren op mijn ouders en ik keek weg.
De glimlach van mijn moeder vergeet ik nooit meer.