Ik ben bang.
Ik hoor geschreeuw van onze buren.
Ik hoor de Duitsers met blaffende honden. Erg bang is iedereen.
Elke Jood is nog banger.
Ze weten niet wat ze gaan doen.
Het enige wat ze weten is dat ze naar het zuiden gaan.
Sommige Joden willen dat niet en duiken onder.
Ik ben niet Joods, maar nog steeds ben ik bang,
bang voor de dood.