Een meisje van elf

Brechtje Nicolaas

Aufmachen
Ik hoor stampvoeten naar boven komen
Aufmachen
Ik word doodsbang…
Aufmachen
De deur wordt open gerukt
Aufmachen
Ik wil dit niet, echt niet

Ze komen naar mij toe en sleuren mij mee
Mama mama, waar ben je?
Ik wil niet mee, ik wil niet mee
Er rollen tranen over mijn wangen

Ze nemen ons mee naar een vervallen plek
Daar moesten we wachten, wachten voor vertrek
Met de Schwerer Gustav trein
Een trein waar je niet wil zijn

Nooit een zitplaats en bijna geen eten
Met z’n allen op elkaar gepropt
En alles is versleten
Het is daar vreselijk

Tuduk tuduk tuduk tuduk
Ik hoor de Schwerer Gustav trein er aan komen
Oud en verlaten met een rommelig geluid
Open gingen de slagbomen

Ik hoop dat ik een goede toekomst zou krijgen
Dat de trein mij naar een goede plek brengt
Dat mijn geluk zou stijgen
Maar dat is mijn dromen

Eindelijk sta ik in de trein
Met de vraag of ik ooit nog buiten kom
Waarom kan het niet anders zijn
Ik ga maar slapen maar wel staand

Ik word wakker met pijn in mijn buik
Heel veel pijn
Ik kan niet meer ik moet ergens liggen
Ergens in de trein

Niemand komt mij helpen iedereen denkt aan zichzelf
Ik word misselijk en duizelig
Kom op help nou ik ben maar een kind van elf
Ik zie zwart voor mijn ogen…