Categorie: Gedicht

Oorlog is angst en huilen

Vrede is blij en gelukkig

Ik ben Franka

Mijn moeder noemt me Frankje

Boosheid zit in mijn hoofd

Zenuwen zitten in mijn knikkende knieën

Ik verkoop jurken en rokken in een winkel

Ik ben goed in jurken naaien

Ik zwaai met mijn vuist!

Oorlog is huilen en angst

Oorlog is een mof met een geweer

Vrede is spelende kinderen in een speeltuin

Ik ben Biertje, maar noem mij maar Bellie

Vrede is blauwe lucht en spelende kinderen

Ik ben Biertje en ik voel wraak in mijn buik

Ik ben boos en pluk geen roos

Noem mij maar Bellie

Ik voel wraak in mijn buik

Ik werk in een bierbrouwerij en ik ben trots

Ik ben boos en pluk geen roos

Oorlog is een mof met een geweer

Ik dans voor de vrijheid

Oorlog is chaos
Vrede is feest
Ik ben Johannes

In mijn jeugd werd ik
Sterke Jongen genoemd
Vrede is een groot feest

Ik voel de sterkte in mijn borst
Ik werd vroeger al
Sterke Jongen genoemd

Tegelijk voel ik verdriet in mijn hoofd
Ik voel de sterkte in mijn sterke borst
Het liefst wil ik nu leer poetsen in mijn winkel
Maar ik ren naar de staking!

Johannes ben ik
Ik ren naar de staking
Oorlog is chaos

Schieten en huilen
dat is oorlog
Blije mensen zijn vrede

Mijn naam is Bert
Meestal word ik Bertus genoemd

Mensen die gezellig samen zijn
dat is vrede

Woede zit in mijn hoofd
Angst zit in mijn hart
Ik werk op de markt
Ik ben boos en ik ga staken

Mijn naam is Bert
Oorlog is schieten en huilen
Blije mensen zijn vrede

Kinderen in angst midden in een kelder
dat is oorlog

Iedereen is blij en kinderen lopen vrij rond
dat is vrede

Mijn naam is Klaas-Jan
mijn vader noemt me altijd Jantje

Vrede is blij zijn en gezellig praten
ik twijfel of ik mee moet doen

Jantje noemde mijn vader mij
als ik weer eens klunzig was

Ik ben bang, ik voel het in mijn buik
mijn hart bonst
Ik twijfel, ik moet bijna braken
Ik weet niet wat ik moet doen

Normaal schreeuw ik op de markt
maar daar voel ik nu niks meer van

Ik ben bang, ik kan bijna niet bewegen
toch zwaai ik wild met mijn vuist

Normaal schreeuw ik op de markt
maar nu zeg ik niks meer

Ik ben bang, maar toch zwaai ik
met mijn wandelstok.

Oorlog is: mensen die bang schuilen
Vrede is: veel blije mensen bij elkaar

Mijn naam is Helma
Ze noemen me Hellie

Soms noemen ze me viswijf omdat ik op de markt werk
Vrede is: blije kinderen die spelen

Ik voel me sterk
Dat voel ik in mijn armen en in mijn hoofd voel ik het ook

Ik voel me zo sterk!
Ik voel het in mijn armen!

Maar is het wel slim dat ik staak?
Ik verkoop vis op de markt

Mijn naam is Helma
mijn moeder noemt me Hellie

Is het wel goed wat ik doe?
Oorlog is: als je je niet veilig voelt

Oorlog is
piew piew piew dood

Vrede is
blije en feestende mensen

Ze noemen me Papa
maar ik heet Erik

Ze noemen me Papa
omdat ik iedereen help

Kwaad ben ik
en dat voel ik in mijn armen

Bang ben ik
en dat voel ik in mijn hart

Ik ben super kwaad
en dat voel ik in mijn armen

Ik werk bij een bierbrouwerij
bier tappen kan ik goed

Oorlog is rood
In mijn hart ben ik bang

Oorlog is dood en angst

Vrede is blijdschap en liefde

Ik ben Frank en ik sta sterk

Ik word Frankie genoemd

Ik sta sterk en ik geef niet op

Ik voel het in mijn hele lijf

Ik werk op mijn eigen boerderij en

Ik houd van mijn koeien

In de oorlog vallen er veel doden

Ik houd van mijn koeien en varkens

Ik doe mee en ik geef niet op

Ik voel het in mijn armen en vuisten

Hallo ik ben Hank

Mijn moeder noemde me vroeger Schat

Bij oorlog hoort verwoeste plekken en verdriet

Bij vrede blijheid en spelende mensen

Ik voel me bang in mijn hart

Ik werk op een boerderij

Hallo ik ben Hank

Mijn ouders noemden mij vroeger Schat

Bij oorlog hoort verdriet en verwoeste plekken

Ik ben bang en ik tril

Ik maak me zorgen om mijn koeien

Oorlog is… dat alles verwoest is

Vrede is… alle mensen bij elkaar

Ze noemen me Wil maar ik heet Willem

Ze noemen me Wil, dat komt door mijn vader

Vrede is… alle mensen bij elkaar

Ik ben boos, ik voel woede in mijn armen

Ik ben bang dat ik mijn kinderen moet verlaten

Ik ben boos, ik voel woede in mijn armen

Ik werk in een kledingfabriek

Ik ben bang dat ik mijn kinderen moet verlaten

De angst zit in mijn hoofd

Ik sta hier wel met mijn armen te zwaaien
maar hoe moet het met mijn gezin?

Oorlog is… dat alles verwoest is