Klasgenoot Keesje

Cees Lissenberg

Mijn naam is Cees Lissenberg, ik ben geboren in 1931, een maand eerder dan Keesje Brijde. Mijn vader werkte op de Rietlanden bij de Nederlandse Spoorwegen. Wij kwamen rond 1938 te wonen in een van de noodwoningen die daar al stonden sinds 1914, waar nu de ingang van de Piet Heintunnel is.

Toen ik twaalf jaar was, mocht ik naar de ambachtschool op het Timorplein. Daar zat ik met Keesje Brijde in de klas. Hij was er niet altijd, hij was een vrijbuitertje. Op een ochtend, het was 13 december 1944, komt hij me tegemoet lopen op de bruggetjes naar de Rietlanden. Ik zeg: “Moet je niet naar school?” Hij zegt: “Nee, ik ga kolen zoeken voor mijn moeder.”

De Rietlanden was toen een opslagplaats van kolen voor de Duitsers. Ze hadden een wagon zonder wielen neergezet met sleuven voor de ventilatie. En tussen die sleuven kon hij de kleine antracietjes uit peuteren.

In de middag kom ik terug van school, en ik zie bij de kolenwagon een heleboel mensen staan. Ik dacht: er is zeker weer een ongeluk gebeurd, maar dat bleek later dus Keesje te zijn met zijn vriendje die ook geraakt was. Later op school hoorde ik wat er echt was gebeurd. Er was iemand doodgeschoten, en dat bleek een kind te zijn. Toen realiseerde ik me pas dat Keesje daar had gelegen bij die wagen.

Op de Rietlanden liepen Duitse soldaten. Ik had een naamplaatje bij me dat ik daar mocht komen, want het was natuurlijk Sperrgebiet. Op een gegeven moment wisten die soldaten wel dat we daar woonden, dus werden we niet mee zo vaak gecontroleerd. We leerden ook een Duitse soldaat kennen, dat was eigenlijk ook een kwajongen. Die was getroffen aan het front en moest nu daar lopen om ter bewaken. En die zei tegen mij: “Als ik erachter kom wie dat gedaan heeft, dan is-ie het haasje. Wij schieten niet op kinderen.” Wij hoorden al gauw dat Keesje was doodgeschoten door een Nederlandse landwachter, die daar ook waren neergezet om de Rietlanden te bewaken. Dat waren schietgrage mensen hoor, die schoten op alles wat bewoog. Maar ze hebben nooit achterhaald wie het had gedaan.

Toen dat gebeurde zat mijn vader vast in Amersfoort. De koningin verordonneerde in september 1944 via Radio Oranje dat alle spoorwegarbeiders moesten staken. Uiteindelijk verzorgden de Nederlandse Spoorwegen het vervoer van goederen en wapens voor de Duitsers, maar ook de transporten van de Joden. Wij zagen dat op de Panamakade de Joden in oude personenrijtuigen werden geladen. Je zag ze lopen met rieten koffertjes en spullen in doeken. Mijn vader zei toen al: “Met die mensen loopt het niet goed af, jochie, die worden ergens naartoe gebracht waar ze nooit meer van terugkomen.”

Mijn vader besloot dus ook te staken, en werd daarom beschouwd als vijand van de Duitsers. Zijn chef staakte ook, maar die moest vluchten. Die heeft in ons huis ondergedoken gezeten, want mijn vader zei: daar zoeken ze je nooit. Maar hij is verraden en opgepakt. Tot aan de bevrijding heeft mijn vader in het concentratiekamp in Amersfoort gezeten.

Door al dergelijke gebeurtenissen in de oorlog raakte je een beetje verhard, je werd niet gevoelloos, maar op een gegeven moment denk je: dat gebeurt allemaal. Je wist ook dat er mensen gefusilleerd werden in de stad. Zo reageerde je ook op de dood van Keesje Brijde.

Meteen na de oorlog is precies op de plek waar Keesje werd doodgeschoten, bij die kolenwagon, een wit kruis neergezet. Ik heb niet gezien dat het werd gedaan, ik weet ook niet door wie, maar ik zag het wel staan. Dat gedicht in een lijst werd er ook meteen bij gezet. En toen ik dat las, drong pas echt tot me door wat er was gebeurd.

Wij hebben nog jaren na de oorlog op de Rietlanden gewoond, ik ben ook nog lang thuis gebleven. Wij woonden daar als god in Frankrijk. Op een gegeven moment stond er nog maar één huisje over, dat van mijn vader. Dat heeft er nog jaren gestaan, pas nadat mijn vader was overleden is het afgebroken.

De trein

De trein
De bel van de trein klingelt
Met 80 personen per wagon
Joden, mensen van het verzet en nog zo veel meer…
Die niks fout hebben gedaan
Dagen in de trein honger, kou, vermoeidheid
Bij aankomst werden de familie`s gescheiden, familie`s vallen uit elkaar
En dan… de oude mensen, vrouwen, kinderen recht de gaskamers in
En de mannen die fit waren moesten dagenlang zwaar werk doen,
Om vervolgens broodmager te zijn
Alles alleen door de haat van een man
Daarom zijn we 2 minuten stil, zodat die tijd nooit meer zal gebeuren
De tijd zonder kleuren

De Dam

De Dam
7 mei 1945 de dag van de bevrijding
Eindelijk na al die jaren geen angst meer,
Blijdschap die ze nog nooit hebben meegemaakt
Maar dan,
Die paar Duitse soldaten
Gaven zich niet over
Ze schoten op de dam
Iedereen die net nog vrede kenden
Dachten daar niet meer aan
Ze werden net nog bevrijd
Maar toen dachten ze alweer aan die vreselijke tijd
Hun namen op de dam voor altijd
Zodat er nooit meer zal zijn
Een oneerlijke strijd

De geschiedenis is neer

De geschiedenis is neer
Ik kom eraan
Langzaam maar we komen
Alle culturen we zitten allemaal op de boot

Geland in Normandië
Fotograaf maakt de fotos langzaam maar zeer
Klik klik klik
De geschiedenis is neer
5 mei 1945
Vieren op de Dam in Amsterdam
Wat zijn we blij
……………………………………………………………
22 doden
Dat was random
Dus er waren nog moffen
Verstopt op de hoek
Schoten in het rond
Nu de namen vereeuwigd
Denk ik aan
Die mensen op de dam