Het schandaal
Het is 1933, het beest is losgelaten.
Op zoek naar de slachtoffers om hun af te maken.
Er vielen doden in nachten en dagen.
Tot ze het licht niet meer zagen.
Beest doe niet. Geef ons de vrijheid niet dat verdriet.
4 Mei Herdenking Oostelijk Havengebied
Het schandaal
Het is 1933, het beest is losgelaten.
Op zoek naar de slachtoffers om hun af te maken.
Er vielen doden in nachten en dagen.
Tot ze het licht niet meer zagen.
Beest doe niet. Geef ons de vrijheid niet dat verdriet.
Mensen hadden niks te eten.
Daarop kun je niet leven.
De joden worden uit gedreven.
De Duitsers zouden zich niet overgeven.
Konden we maar naar het heden.
Wat was Hitler zijn reden.
Gelukkig leven wij nu in vrede.
Nu is de vraag waarom ze dat deden.
Daarom herdenken wij wat de Duitsers deden.
De mensen die hier hebben gestreden.
Dan vergeet ik het verleden.
R.I.P.
Nu is het rustig in Nederland.
Nu is er geen oorlog,
Wel is er vrijheid,
Vrijheid om dingen te kunnen doen
Met vrienden en familie
Vroeger kon dat niet.
Het was moeilijk.
10 mei 1940 kwamen de Duitsers Nederland
Binnen, iedereen begon gelijk te trillen
Het was het luchtalarm
Opeens… geluiden, geluiden zware geluiden
Van bommen hele grote bommen
Uit vliegtuigen heel veel vliegtuigen
13 minuten later lag alles plat.
Tot we werden bevrijd
Het was 4 mei 1945
Daar stopte alles
Ook mijn opa was aan het schuilen
Hij zag iedereen altijd huilen
Hij dacht eindigt het dan ooit
Stopt het dan nooit
Wat is dit erg
Hij keek op tegen een berg
Wat is dit saai
Als eten aten ze vlaai
Dit is vreselijk
Als je een ziekte kreeg was je ongenezelijk
Dit is stom
Wat was Hitler toch dom
Je verstopt je in de kelder achter de kast
Het is zo klein dat je er bijna niet in past
Je moet fluisteren
Luisteren
Je mag geen geluid maken
Zelfs de vloer mag niet kraken
Maar ze pakken je toch op
Je denkt: ‘Mijn leven zit erop’
Ik ben bang
Ik hoor de bommen vallen
Met een traan op mijn wang
Hoor ik het in de verte knallen
Ze zijn dicht over mijn huis
Ik wil hier weg
Ik voel me gevangen als een muis
Maar ik weet het, ik heb pech
Ik ben bang
Ik hoor de sirenes huilen
Het duurt zo lang
Maar ik moet schuilen
Ik ben alleen
Moeder en vader zijn er niet meer
Waar moet ik nu heen
Daar hoor ik de bommen weer
Ik ben bang
Ik hoor de bommen vallen
Met een traan op mijn wang
Hoor ik het in de verte knallen
Ik probeer te vechten
Maar ik kan me er niet aan hechten
Ik probeer het te leren
Maar ik durf het niet te riskeren
We praten over de oorlog die we allemaal haten
Maar die we niet kunnen laten
Konden we dat gevoel maar laten verdwijnen
Laat de zon nu maar schijnen
Oorlog, wat een tijd
Geheime krantjes werden verspreid
Niemand had door hoe gevaarlijk het kon zijn
Ernstige straffen, het was niet fijn
Niemand had door hoe erg het kon zijn
Alle joden moesten mee in een trein
Douchen, iedereen dacht: dat is fijn
Maar toen stierf oud en klein
Daaraan denkend heeft iedereen van binnen pijn
Vrede is hier het heden
en oorlog het verleden
De Duitsers vielen binnen en pakte alles af
Ze volgde blind bevelen van Hitler, ik noem het laf
Hitler wou wereldmacht
Op elke hoek zette hij een wacht
Vrede is hier het heden
en oorlog het verleden
Een Jood is gestraft
door wat diegene dacht
Door de Duitsers afgevoerd
Iedereen tot tranen geroerd
Waar daar de dood op hen loert
Vrede is hier het heden
en oorlog het verleden
Vrede is het nu
Maar toen in de steden
Hebben de joden geleden
Onder het geweten van het Duitse leger
Afgevoerd naar een kamp
Het is een ramp
Iedereen van zijn vrijheid ontnomen
Niet wetend of ze zouden terugkomen
Alleen maar verdriet
Eten, hygiëne en rust was er niet
Alleen maar werken en nooit eens plezier
Dankbaar leef ik nu en is het vrede hier