Ik bak broden voor mijn dorp.
Zal ik nog veel broden bakken?
Oorlog is een gebombardeerd grijs huis.
Vrede is een familie
die gelukkig is in regenboogkleuren.
Zal ik nog veel broden bakken?
Ik word Bakkertje genoemd.
Vrede is zwemmen in een mooie zee.
De trillingen zitten in mijn buik.
Ik bak de lekkerste broden,
maar vandaag bak ik niet.
Mijn handen trillen van spanning.
De wereld is donker, donkerzwart.
Ik ben er vandaag niet.
Oorlog is een duisternis.
Vrede een heel mooie zee.
Ik maak mijn dorp gelukkig
door mijn broden.