Ik fiets door de stad,
terwijl jij dat niet meer mocht.
Kom ik thuis,
iets waar jij naar hebt gezocht.
Op mijn kamer kijk ik naar het avondlicht
en probeer te beseffen
dat jij je moest verbergen achter een boekenkast zonder zicht.
Ik schrijf mijn verhalen in alle vrijheid
zonder zorgen.
Bedenk dat jij van schrijven hield,
maar je verhalen had verborgen.
Ik fiets, kijk, schrijf, ga slapen en maak mooie dromen.
Jij leefde in een nachtmerrie
die je alles heeft ontnomen.
Beiden 13 jaar
2019
1942