Niet nog een keer

Keesje leeft in oorlog.
Hij gaat kooltjes rapen voor zijn moeder.
Maar komt in een vuurgevecht.
Er zijn nog meer kinderen die in oorlog leven.
Zoals Anne Frank zij moest onderduiken.
Alleen omdat ze joods is.
Niet naar school geen geluid maken verschrikkelijk.
Niemand wil dit nog een keer!

Tijdens de oorlog

Tijdens de oorlog
in het duister zonder licht.
Alleen in een schuilkelder,
was toen verplicht.

Tijdens de oorlog
geen eten en geen geld.
Je zocht zelfs naar voedsel op een vuilnisbelt.

Tijdens de oorlog
In het duister zonder licht.

Opgesloten

Alle Joden zitten opgesloten
Behalve degenen die zijn ondergedoken
Sommigen duiken wel meer dan twee jaar onder
Alle Joden zitten opgesloten
Ze gaan van kamp naar kamp met de trein
Daarna worden ze gepijnigd
Alle Joden zitten opgesloten
Behalve degenen die zijn ondergedoken

Keesje Brijde

Keesje was de 9e van de 12 het was koud de wind was guur
Eten hadden ze, maar kooltjes?
Keesje ging naar buiten voor zijn zieke moeder kooltjes halen. Voor hij wegging zei hij nog: ik ben terug voor je het merkt.
Keesje pakte wat kooltjes daar was geen bezwaar maar toen kwam hij tussen beiden en dat was zijn einde.

De oorlog begon

Veel mensen moesten onderduiken,
Achter deuren en achter luiken

Vele hebben het niet overleeft,
Dat is waarom jij er zo veel om geeft

Veel mensen hebben zich verzet,
Sommige hebben het gered

Anderen zijn gestorven,
Of hebben over de straat gezworven

Keesje Brijde was er een,
En haalde kooltjes voor de schoorsteen

Zijn vriend gaat naar zijn ouders en zegt
Keesje kwam terecht in een vuurgevecht

Toen was het 5 mei iedereen was blij,
De oorlog was voorbij

Om te herinneren….

Cosimo Amron van Essen

Oorlog was meer in het verleden, Maar ook nog steeds in het heden. Vrede is er niet altijd, Soms is het gewoon kwijt, Niet iedereen zit op school met krijt.

Mensen zitten in de kelder, Want het was boven niet helder, Toen ze gevonden waren, werden ze naar een kamp gestuurd.

Mensen hadden honger en waren halfdood, Niemand genoot, Er was niemand die vrijheid bood. Toen het Amerikaanse lood kwam, Sprongen ze omhoog als een hanenkam.

Ze gingen naar huis, na al die tijd was er vrijheid, Ze waren allemaal blij. Ze hadden weer eten, Dit moment zouden ze nooit vergeten.

Vrijheid

Martinus Moreira Rasser

Vrijheid is geen school. School is net gevang. Zes uur lang doen wat de leraren zeggen. En voor sommigen geldt de schoolopvang.

Gelukkig is er ook vakantie. Dan word je spontaan heel blij. Want dan is er geen school. Dan voel je je heel vrij.

Voor ouderen is vrijheid meer dan dat. Voor hen is vrijheid geen oorlog in hun land. Dan wordt er niet met elkaar gevochten. En schudden ze de hand.

Vroeger was vrijheid Amerika. Ze noemden het ‘the land of free’. Daar was er toen nooit oorlog, Dus dacht iedereen, JIPPIE.

Een kleine jongen

Jack van Diemen

Keesje is een kleine jongen.

Misschien net 13 jaar.

Keesje wil graag zijn moeder helpen.

Keesje zijn moeder heeft nu kolen nodig.

Maar Keesje is alles behalve overbodig.

‘s Morgens in de vroege uurtjes.

Is Keesje vroeg uit bed.

‘Wees gerust’ zei hij tegen z’n moeder.

Ik ben terug voor je erop let.

In zijn dunne pak.

Zal hij kijken hoe hij kolen mag.

Met honger in de maag,

Zie je hoe hard hij jaagt.