Keesje wilde naar kolen zoeken
Terwijl hij in de Benkoelenlaan woonde
’s Morgens vroeg in het duister
Ging hij op zoek in het duister
Hij had het gevonden
Maar werd betrapt
Toen werd hij beschoten
En lag in het graf
Het is nu herdenken
Bloemen is wat we schenken
Waren het maar kolen
Dan had hij nu wat te stoken