Ik ben hartstikke bang, we moeten doodstil blijven!
Ik mag helemaal niets!
Er zijn zoveel regels,
mag ik nog wel iets opschrijven?
Mag je nog wel iets?
We moeten in een achterhuis verblijven.
Je kunt alleen maar dromen, dromen over niets.
We mogen niet meer in het donker op de straten komen.
Niet meer in de auto, in helemaal niks meer!
Al m’n spullen zijn afgenomen.
Ik hoor opeens een schot van een geweer!
We zijn verraden en we worden meegenomen.
Waarom is het ons overkomen?
Waarom, waarom mag je als Jood alleen maar pijn lijden?
Je kunt alleen hopen, hopen dat je gauw weer vrij bent.
Die kampen zijn vreselijk je kunt ze niet vermijden.
Waarom heeft Hitler het op ons, zijn wij de enige die hij kent?
Moet je om vrij te komen zo hard strijden?
Ze regeren over je ook al weten ze niet een wie jij bent.