Keesje je woonde in Amsterdam, die fijne stad.
Tot de oorlog kwam.
Je ging kooltjes voor je moeder halen.
Wat een goeie daad.
Het is vreselijk om doodgeschoten te worden voor een goeie daad.
Je was aardig, je was lief.
Toch kwam je al snel aan je einde.
Vandaag spelen kinderen in Amsterdam, die fijne stad.
Iedereen denkt aan je hoe dapper je was.
En hoe lief je was.
Ik voel me verdrietig, want niemand mag zo aan zijn einde komen
Slaap lekker Keesje